Cirrostratus - Het derde wolkengeslacht
Het derde geslacht van de ijswolken is de Cirrostratus. Bij zijn verschijning aan de hemel kan men de hoop op mooi weer laten varen, want deze melkachtige sluier staat bekend als een klassieke voorbode van slecht weer. Door zijn 'dampachtig' voorkomen wordt hij vaak niet als wolk herkend. De Cirrostratussluier is dan zo dun dat alleen een waar te nemen Halo - fraaie kleurige lichtverschijnselen, zoals een kring om de zon of maan, bijzonnen of gekleurde stukken wolk - zelfs de enige aanwijzing vormt voor zijn aanwezigheid. Ook normaal is Cirrostratus nog zo dun dat voorwerpen nog altijd schaduw op de grond geven, als de zon schijnt en niet te dicht bij de horizon staat.
Opkomende Cirrostratus. Cirrostratus die in de namiddag kwam opzetten.
Hoogte: 6000 - 8000 meter.
Ontstaan: Langzame, gelijkmatige optilling van lucht op grote hoogte over een groot gebied. Die lucht koelt af, raakt verzadigd met waterdamp die sublimeert dat wil zeggen dat de waterdamp overgaat in ijskristalletjes. Soms vormt deze melkwitte sluier zich uit afzonderlijke verderwolken. Naarmate de hoeveelheid ijskristalletjes toeneemt, wordt hij dikker. Veelal vertoont hij dan vezelige ribbels of plukken. Cirrostratus is een typische fase aan het begin van een warmtefront, waarbij op grote hoogte vochtigere en wat minder koude lucht omhoog glijdt tegen drogere en koudere lucht.
Betekenis voor het weer:
* Uit Cirrostratus valt, evenals uit Cirrus en Cirrocumulus geen neerslag. Hij verschijnt veelvuldig aan de voorzijde van een actieve naderbijkomende depressie. Bij krimpende wind en flink dalende luchtdruk is hij een zeker voorteken van opkomende regen (of sneeuw). Dit kan al na enkele uren het geval zijn, maar soms duurt het nog een hele dag!
- Een kring om de zon of de maan (zie Halo) wordt binnen 24 uur gevolgd door neerslag. Alleen in april en mei gaat deze regel niet steeds op.
- Voor een bijzon, links of rechts, geldt hetzelfde als voor een kring.
- Bij rangschikking in min of meer evenwijdige banken, waarvan de randen gladgeslepen zijn, dus niet rafelig: geleidelijk verder toenemende bewolking, maar weinig of geen regen (sneeuw).
- Bij rangschikking in banken met rafelige randen: weersverslechtering.
- Liggen deze banken ver uit elkaar en trekken ze snel voorbij: na ongeveer 6 tot 10 uur regen en wind, mogelijk zelfs stormweer.
- Komen deze banken tijdens warm weer uit zuidwest tot zuidoost, dan volgt vaak al na 4 tot 8 uur onweer, gevolgd door een weersomslag.
- Cirrocumulus Undulatus: in golven; evenwijdige banken.
- Cirrocumulus Radiatus: in evenwijdige banden, stroken of banen, schijnbaar uit één punt komend.
- Cirrocumulus Duplicatus: in twee lagen.
- Cirricumulus Translucidus: voldoende doorzichtig om de plaats van de zon of maan vast te stellen.
- Cirrocumulus Perlucidus: zeer kleine openingen in uitgestrekte velden waar doorheen zichtbaar is wat zich daarboven bevindt.
- Cirrocumulus Opacus: overwegend ondoorschijnende uitgestrekte velden.
Het tweede wolkengeslacht uit de hogere luchtlagen is cirrocumulus. Klein en soms nauwelijks zichtbaar staan ze aan de hemel en veroorzaken soms schitterende lichtbrekingseffecten. Als prachtig gekleurde nietige balletjes kunnen ze soms de lucht bedekken.
Cirrocumulus vanuit het westen.
Hoogte: 6000 - 10000 meter.
Ontstaan: Als eerste voorbode, na cirrusdraden, van een naderend warmtefront als gevolg van het opglijden van warme lucht tegen minder warme. In de zomer ook wel tijdens onweersachtige situaties en als overgang naar koel en onbestendig weer. De op die hoogte aanwezige lucht wordt ten gevolge van de optilling een beetje onstabiel.